Hoe kies je het juiste garen?

Het juiste garen kiezen is cruciaal. Ieder garen heeft aparte eigenschappen die je soms juist wel of niet wil benutten.

Maar hoe kies je welke garen voor welk project geschikt is?

En welke garen zijn geschikt om op een historische wijze te weven? En welke garen absoluut niet?

 

Hier gaan we vandaag dieper op in.

Ik wil mijzelf absoluut geen kenner noemen, er zijn mensen die veel langer weven dan ik. Maar wat ik in de afgelopen jaren heb geleerd wil ik graag delen met jullie.

De basis

Als eerste waar je op moet letten voor garen waarmee je gaat kaartweven is dat het niet te veel pluist of rekt.

Een garen dat te veel pluist is een drama. Het zal aan elkaar gaan kleven, het geeft je band een erg rommelig uiterlijk en uiteindelijk kan het snel kapot gaan. Om deze redenen adviseer ik altijd om niet te weven met pure acryl garen.

Acryl garen heeft daarbij ook nog eens een behoorlijke rek waardoor weven extra bemoeilijkt wordt.

 

Ga voor een garen die onder (hoge) spanning kan staan. Je heb namelijk de spanning nodig om het gewenste resultaat van kaartweven te behalen. Natuurlijk is dit ook een lichte kwestie van voorkeur; ik zelf weef graag op hogere spanning. Maar ik ken zat weefsters die juist op lage spanning fijner vinden weven. Er zijn een aantal uitzonderingen waarbij je liever standaard op lagere spanning kunt weven; en dat is bij brocheren (ofwel in het Engels brocading genoemd) en "missed-hole" weven. Hier kom ik later op terug bij het hoofdstuk "verschillende technieken".

 

In het kort kan ik van makkelijk naar moeilijker adviseren: katoen - linnen - wol/zijde.

Katoen is het makkelijkste en gebruiksvriendelijke om mee te beginnen. Linnen kan wat meer een uitdaging zijn vanwege de ruwe structuur. Wol en zijde zou ik alleen adviseren als je de basis van het weven een beetje onder de knie hebt. Wol vanwege het risico op pluizen en "haken" van de draden in elkaar en zijde vanwege haar gladde en haast glibberige textuur. Hier onder ga ik verder uitleggen wat de voordelen- en nadelen zijn van bepaalde garen en hoe historisch getrouw ze zijn om mee te weven.

 

 

Wol

Algemeen

Wol is er in vele varianten, diktes en soorten. Ga voor een wol die, zoals eerder gezegd, niet te veel pluist. Merino wol kan prachtig zijn om mee te weven. Gebruik dan 100% merino wol garen of een mengsel met een kleine percentage acryl er in. Hou er dan rekening mee dat er een kleine rek kan zijn in je garen. Machinaal gesponnen wol is vrij sterk en geeft een mooi egaal uiterlijk. Qua dikte om mee te weven is het natuurlijk compleet afhankelijk van het resultaat wat je wilt bereiken. Ga je voor een robuuste band met de toeren duidelijk in het weefsel zichtbaar; dan pak je grover garen. Wil je een fijne band maken waarbij de toeren minder zichtbaar zijn; pak dan dunner en fijner garen. Dit geld in principe voor iedere soort garen.

 

Historisch

Om zo historisch getrouw mogelijk te weven adviseer ik handgesponnen wol (liefst ook handgeverfd met natuurlijke materialen) zonder enige synthetische toevoegingen als acryl of katoen. Zelf heb ik in de afgelopen jaren de mooiste resultaten bereikt met handgesponnen wol. Doordat het niet machinaal gesponnen is heb je nooit precies dezelfde dikte en kleur in de draad zitten. Persoonlijk vind ik dit erg mooi en als je eenmaal een goede "leverancier" van handgesponnen en geverfde wol hebt gevonden kun je jaren vooruit. Het is ook erg leuk om zelf te experimenteren met het natuurlijk verven van je wol. Zie hiervoor mijn avonturen onder het hoofdstuk "wol verven" in de menubalk.

Geverfde wol in een indigokleur door Iris Jansen-Voskamp.

 

Linnen

Algemeen

Linnen is een sterke materiaalsoort met weinig tot geen rek die zich goed leent voor wat stevigere banden. Linnen komt van de vlas plant af. Vlas werd in de middeleeuwen veel in Nederland en de omringende landen als Duitsland, België en Frankrijk verkregen. De blauwe velden van vlasplanten maakte daarom Nederland onder andere bekend als "wevers van linnen". Door de ruwheid van linnen en de vezelachtige structuur verkrijg je een heel mooi resultaat. Pas wel op met een te droog klimaat of luchtvochtigheid. Linnen is het beste bewerkbaar met een hogere luchtvochtigheid. Als het té droog wordt gaat het linnen heel snel scheuren en laat het veel stof vrij.

 

Historisch

Linnen werd veel gebruikt, vooral in de vroege middeleeuwen. Linnen werd als inslagdraad of kettingdraden gebruikt. Vaak gecombineerd met zijde of gouddraad. Ook zijn er banden gevonden in graven in Scandinavië (Birka, Kaupang, Oseberg) waar linnen draad gecombineerd werd met wol of zijde. Door de vezelachtige structuur vergaat linnen snel en zijn er niet zo veel vondsten van linnen kaartweefbanden bekend als van zijden kaartweefbanden bijvoorbeeld.

 

 

Linnengaren 40/3 in de kleuren bruin en rood.

Zijde

Algemeen

Door de gladde textuur is zijde ideaal om mee te kaartweven. Het zal niet snel blijven haken achter de kaarten of pluizen zoals wol bekend om staat. Zorg er wel voor dat de randen van de gaten van de kaarten goed geschuurd en glad zijn. Zodra zijde één zwak punt heeft zal het snel gaan rafelen en kapot gaan. Een goede kwaliteit kaarten zijn daarom van belang. Dit zal ik nog verder bespreken bij het hoofdstuk "kaarten en shuttels". Er zijn veel soorten zijde bekend. Zelf vind ik moerbeizijde fijn weven vanwege haar gladde textuur en zachte glans. Tevens is het relatief makkelijk aan te komen in vele kleuren. In naturel kun je het ook nog zelf verven!

 

Historisch - geschiedenis

In de oudheid werd China al gezien als belangrijkste centrum van de zijdekwekerij. Via de zijderoute (deze benaming ontstond overigens pas in de 19e eeuw) kwam het rond de 6e eeuw in Europa terecht. Italië was in de hoge middeleeuwen (1000 tot 1250) de belangrijkste leverancier van zijde aan de rest van Europa. In de 11e eeuw vestigde er in de Italiaanse stad Catanzaro het eerste centrum om zijde te kweken door middel van de zijderups.

In de late middeleeuwen (1250 tot 1500) waren er in Parijs, Duitsland en Engeland de zo genoemde Zijde Gilden met meester(essen) die het zijden weven leerden aan hun leerlingen. Deze meesters en leerlingen waren (bijna) allemaal vrouwen. De vrouwen verbleven in de winkel of het huis van de meesteres, en leerden zo de kunst van het zijde weven.

Zijde was in de middeleeuwen ook al een soort statussymbool. De meeste kaartweefbanden gemaakt in de middeleeuwen waren van zijde (of mixen met linnen). Deze kon geverfd zijn in de meest prachtige kleuren. Vaak werden er zijde kaartweefbanden gemaakt met de brocheren techniek. Ofwel brocading in het Engels genoemd. Zijde gebrocheerde kaartweefbanden werden onder andere veel gebruikt voor het versieren van kazuifels (een mouwloos opperkleed wat gedragen werd door priesters), mijters en andere religieuze relikwieën.

Links ongekleurde moerbeizijde Nm20/2 en gekleurde Mulberry zijde Nm60/2 in oker en rood.

Katoen

Algemeen

Katoengaren is het beste om mee te beginnen als je het kaartweven wilt leren. Dankzij de sterke draden die niet rafelen of pluizen verkrijg je mooie kaartweefbanden. Tevens is katoen helemaal niet duur. Ga wel voor een wat dunnere katoendraad voor het mooiste resultaat. Ik heb zelf kaartweven geleerd met katoengaren van het merk Scheepjes - Sweet Treat. De Sweet Treat draad is gemerceriseerd (bewerkt met chemicaliën) voor extra stevigheid en glans.

 

Historisch

Er zijn veel verschillende overtuigingen wanneer men begon te weven met katoen in de geschiedenis. Overduidelijk is dat men pas in de 18e eeuw met katoen begon te weven toen de katoenproductie vanuit Frankrijk (en daarvoor Zuid-Amerika en Zuid-Europa) een belangrijkere rol ging spelen in Nederland. Daarvoor werd katoen hoogstens gebruikt als mix met andere materialen. Wel werd katoen al vollop gebruikt in Egypte, Afrika en Zuid-Amerika vanaf de 2e eeuw voor Christus. Later verspreidde de katoenproductie- en handel zich langzaam naar de Noordelijkere landen toe.

Fustein (ook wel bombazijn genoemd) is zo'n mix van katoen (inslag) en linnen (schering) wat in de 13 eeuw vanuit Italië naar Frankrijk, Duitsland en Nederland werd geïmporteerd. De fusteinweverijen waren enorm goed bemand van de 12e tot en met de 14e eeuw, met name in Italië. Later zakte de fusteinproductie door crisis en na een dip werden de fusteinstoffen weer populairder in de late 15e eeuw.

Scheepjes - Sweet Treat katoengaren 50 gram, 140 meter.

 

 

Overig

Er zijn natuurlijk nog tal andere garens zoals hennep of mixen van garen bij elkaar. Hier heb ik zelf geen ervaring in en zal ik niet bespreken. Het beste is om zelf uit te proberen wat je fijn vind weven. Wil je voor historische banden gaan, ga dan vooral niet besparen op goed garen. Zijde is natuurlijk behoorlijk prijzig maar kan eigenlijk niet ontbreken aan je historische kaartweefbanden verzameling. Wil je voor niet-historische kaartweefbanden gaan dan kun je in principe elk garen gebruiken wat niet rekt of al te veel pluist. Zelfs polyester of nylon zijn opties.

Kijk ook vooral naar wat het doel gaat worden van je kaartweefband. Voor een armbandje heb je natuurlijk een stevige draad nodig, maar die hoeft niet zo stevig te zijn als voor een halsband voor een hond bijvoorbeeld. Een riem voor om je middel kun je ook van mooie wol of katoen maken. En wil je van je kaartweefband kleinere sieraden als oorbellen of kettinghangers maken dan is zijde een prachtige materiaalkeuze. De keuze is aan jou! Experimenteer er mee en laat je fantasie vooral niet tegenhouden.